De Islamitische Stichting Nederland (ISN) slaat alarm naar aanleiding van meerdere incidenten waarbij moslims en moskeeën doelwit zijn geworden van geweld en intimidatie. In Den Haag, Haaksbergen en Waalwijk vonden volgens de organisatie in de afgelopen week ernstige incidenten plaats. "Deze incidenten bevestigen een verontrustende normalisering van bedreigingen en aanvallen op moskeeën", aldus ISN.

Op zaterdag 18 oktober drong een onbekende vrouw de Mescid-i Aksa Moskee aan de Wagenstraat in Den Haag binnen. "Tijdens het gebed gooide zij exemplaren van de Koran, boeken en gebedskleden door de ruimte, terwijl zij bedreigingen uitte. Tevens zijn twee vrouwen die aan het bidden waren mishandeld. De politie werd onmiddellijk gealarmeerd en kwam met meerdere eenheden ter plaatse. De vrouw is ter plekke gearresteerd", aldus de organisatie. Het moskeebestuur heeft aangifte gedaan van vernieling. ISN heeft foto's gedeeld van de in Den Haag op de grond gegooide Korans (zie onder).

In de dagen ervoor waren er ook incidenten in andere gemeenten. In Haaksbergen werd een moskee door drie gemaskerde personen bekogeld met eieren. In Waalwijk werd op een ruit van een moskee een aanstootgevende tekst aangebracht naast de afbeelding van een VOC-vlag. Ook van deze incidenten is aangifte gedaan bij de politie.

Tekst gaat door onder foto.

Foto: ISN.

Politieke klimaat

Volgens ISN kunnen de incidenten niet los worden gezien van het huidige politieke klimaat. "De toon van het debat verhardt en de islam komt steeds vaker ongefundeerd ter sprake. Politici en opiniemakers dienen zich bewust te zijn van de impact van hun woorden op het maatschappelijk klimaat. Anti-islamretoriek draagt bij aan polarisatie en vormt een voedingsbodem voor haat en geweld."

De organisatie roept politieke leiders op "hun verantwoordelijkheid te nemen" en zich te onthouden van opruiende of ongegronde uitspraken. "Het publieke debat moet op respectvolle en feitelijke juiste wijze worden gevoerd." Tegelijk vraagt ISN om daadkracht van overheid en justitie. "Wij dringen aan op prioritaire opsporing en vervolging, met expliciete kwalificatie als haatdelict waar passend, en op zichtbare en preventieve beveiliging rond gebedshuizen in overleg met de lokale driehoek, zeker op risicomomenten."